Onze website zou natuurlijk niet compleet zijn zonder een echte Vraag & Antwoord, oftewel Q&A pagina. Want naast Quinn & Annemieke staat Q&A natuurlijk ook voor Question & Answer (Vraag & Antwoord).
Om je al een klein beetje op weg te helpen, beantwoorden we op deze pagina algemene vragen over het houden van honden. Staat jouw vraag er nog niet tussen? Laat het ons weten via het contactformulier. We proberen hem dan zo snel mogelijk op deze pagina van een antwoord te voorzien. Vermeld wel even in je bericht dat het gaat om een vraag voor op de Q&A pagina. Natuurlijk worden je vraag en het antwoord anoniem geplaatst.
Let wel op! Deze pagina is niet bedoeld voor individuele, situatie afhankelijke vragen. Bedenk dus ook tijdens het lezen van de informatie op deze pagina, dat het gaat om algemene informatie. Voor jouw specifieke situatie kan het dus misschien anders zijn.
Heb je vragen naar aanleiding van de informatie op deze pagina, of wil je graag een specifiek advies afgestemd op je eigen situatie? Neem ook dan vrijblijvend contact met ons op. We helpen je graag!
Stel je voor… Je houdt ontzettend van wandelen in de natuur en bij jou om de hoek is een prachtig bos of natuurgebied. Ideaal zou je zeggen! Maar om er te komen, moet je eerst door het hondenlosloopgebied. En laat nou het geval zijn dat jij onwijs bang bent voor honden. Zo zijn er tal van situaties te bedenken, waar mensen met een angst voor honden nogal moeite mee kunnen hebben. Voor die mensen hieronder een aantal tips hoe je het beste kunt reageren (en wat je beter niet kunt doen) op een hond die ongewild op je af komt.
- Blijf rustig (of in ieder geval zo rustig mogelijk) staan; wegrennen is voor de meeste honden een trigger om juist achter je aan te komen. In het beste geval omdat ze denken dat je met ze wil spelen en in het slechtste geval omdat jouw wegvluchten de jacht voor hen geopend heeft.
- Hou je handen stil langs je lichaam of sla je armen over elkaar; hoe drukker jij wappert, zwaait of op een andere manier beweegt met je handen en armen, hoe interessanter dat ze worden voor de hond om ’te vangen’.
- Draai je gezicht of zelfs je gehele lichaam af van de hond; honden onderling doen dit ook bij elkaar. Door een andere hond zijn zij of rug toe te wenden wanneer deze nadert, geven ze aan geen contact te willen. Tegelijk dient dit gedrag als kalmeringssignaal naar de aankomende hond. Zorg in ieder geval dat je geen oogcontact maakt met de hond als je geen contact wil.
- Ben stil en rustig; ga zeker niet roepen, schreeuwen of gillen. In veel gevallen wordt de naderende hond hierdoor alleen maar meer opgewonden. En dat is juist wat je dus niet wilt. Hooguit zou je kunnen proberen om één keer duidelijk en ferm “nee” te zeggen tegen de hond. De kans bestaat dat hij dat woord herkent en stopt, maar de garantie is er niet.
- Wat je ook doet, ga zeker NIET schoppen en/ of slaan naar de hond. Dit heeft bijna altijd ongewenste gevolgen.
Ben of ken jij iemand die bang is voor honden? Zou jij of die persoon er graag aan werken om die angst te verminderen of misschien zelfs helemaal kwijt te raken? Neem dan contact met ons op en vraag naar de mogelijkheden.
Eigenlijk alle hulpmiddelen die je kunt gebruiken bij het trainen en opvoeden van honden, zijn ontwikkeld met een specifiek doel en/ of functie. Dit geldt dus ook voor tuigen en halsbanden. De keus voor het een of het ander hangt dus ook af van wat het doel is wat je er mee wil bereiken. In plaats van ‘of borsttuig of halsband’, is de vraag daarom eerder ‘wanneer borsttuig, wanneer halsband’.
Wanneer het gaat om gewoon wandelen aan de lijn, adviseren wij in de meeste gevallen een halsband. De reden hiervoor is dat een halsband, in tegenstelling tot een borsttuig, meer mogelijkheden geeft om je hond te sturen. Daarbij is een borsttuig ontworpen om een hond meer trekkracht te geven. Je maakt de hond daarmee dus eigenlijk sterker en minder makkelijk tegen te houden.
Als een hond veel trekt aan de lijn, zijn er mensen die goedbedoeld (soms op advies) een tuig kopen. Een veel gehoorde reden is dat het beter zou zijn voor de nek van de hond. Feitelijk is dat natuurlijk ook zo… voor de nek. Veel mensen staan er echter niet bij stil, dat als een hond altijd maar in een borsttuig gaat hangen, dat ook voor serieuze problemen in de spieren en gewrichten kan zorgen. Een betere oplossing is dus om de hond te leren dat hij niet mag trekken aan de lijn. Voor dat doel is een halsband wat ons betreft geschikter.
Wanneer je juist wel gebruik wil maken van de trekkracht van je hond, zoals bijvoorbeeld in de sledehondensport, kies je dus wel voor een borsttuig. Bij dit soort sporten worden de honden dan ook regelmatig gekeurd door een dierenarts.
Ook bij speurhonden wordt vaak voor een tuig gekozen. Bij deze honden is het namelijk de bedoeling dat ze voorop gaan en de leiding nemen. Ze volgen op geur een spoor en nemen als het ware hun geleider mee over dat spoor.
Als laatste voorbeeld kun je ook kiezen voor een tuig in situaties waarin de veiligheid daar om vraagt. Een voorbeeld hiervan is het gebruik van een hondengordel in de auto. In die situatie bestaat de kans dat de hond (al dan niet door eigen toedoen) opgehangen wordt bij gebruik van een halsband. De lijn kan namelijk (plotseling) strak komen te staan, doordat de hond over de rugleuning springt of vliegt. Met een tuig voorkom je het ophangingsgevaar.
Kortom de keuze voor een borsttuig of een halsband is echt afhankelijk van het gebruik. Vraag jezelf af waarom je zou kiezen voor het één of het ander. Wat is je doel? En wat is de functie van het hulpmiddel? Twijfel je wat voor jou de beste keuze is, neem dan gerust vrijblijvend contact met ons op.
Bij het uitlaten van een loopse hond, is het niet zo zeer een kwestie van dingen persé anders doen. Er zijn echter wel een aantal zaken waar je rekening mee kunt houden. Zo hebben honden die loops zijn, over het algemeen een vergrote interesse in geursporen van andere honden. Met name de geursporen van reuen. Sta dus niet raar te kijken als jouw teefje ineens veel aan bomen en palen gaat staan snuffelen. Ook zal ze vaker zelf gaan zitten voor een plasje, om een uitgebreider geurspoor achter te laten.
Doordat je hond loops is zal ze een andere geur afscheiden dan normaal. Reuen weten dan ook snel dat er een vruchtbaar teefje in de buurt is. Je hond zal dus meer dan normaal de interesse wekken van andere honden. Ook weer met name van reuen. Aan het begin van de loopsheid zullen veel teven de geïnteresseerde reuen nog van zich af snauwen. Ze laten daarmee weten dat ze niet klaar zijn om gedekt te worden en met rust gelaten willen worden. Meer naar het einde van de loopsheid zal daar echter verandering in komen. De teef zal dan steeds vaker (spelenderwijs) haar kont aanbieden aan gegadigde reuen. Daarbij is het belangrijk om te weten dat een hond 1 week tot 1,5 week na het bloeden op haar vruchtbaarst is. Dit is dan ook het moment waarop ze het meest bereid is om zich te laten dekken.
Concreet zijn er dus de volgende aandachtspunten bij het uitlaten van een loopse hond:
- Heb wat meer geduld met je hond als ze loops is. Geef haar wat meer tijd om te snuffelen en haar plasjes te doen. De kans is ook groot dat ze wat minder snel reageert op sturing en commando’s. Dit wordt vanzelf weer beter als de loopsheid voorbij is.
- Overweeg om je hond aangelijnd te houden (eventueel aan een lange lijn) waar ze normaal gesproken losloopt. Zoals hierboven al genoemd, is de kans aanwezig dat ze minder goed luistert en aangelijnd kun je dan altijd de lijn nog binnenhalen. Een bijkomend voordeel is dat mensen met andere honden meestal voorzichtiger zijn met hun hond naar een aangelijnde hond te laten gaan. Hierdoor wordt de kans iets kleiner dat je steeds reuen van je hond weg moet jagen. Aangelijnd voorkom je in ieder geval dat je hond wegrend met de reu achter zich aan, waardoor je de controle over de situatie helemaal verliest.
- Wanneer je, je hond uitlaat op een plek waar op dat moment meerdere reuen bij elkaar zijn, vergroot je door de aanwezigheid van jouw loopse hond, de kans dat er reuen met elkaar gaan vechten. Het is dus misschien beter om gewoon door te lopen.
- Er zijn honden die tijdens hun loopsheid meer opzoek gaan naar eten en daarom sneller geneigd zijn om ook dingen van straat te eten. Ben hier dus extra alert op.
Soms houdt een hond gewoon niet van vreemden. Hoe lief en vriendelijk een hond er ook uitziet, het betekent niet dat die hond het automatisch leuk vindt om door iedereen geaaid te worden. Dit is ook niet altijd alleen maar een kwestie van training. Als hondeneigenaar hoop je daarom, dat iedereen op zijn minst eerst toestemming vraagt of ze jouw hond mogen aaien. Je hebt dan in ieder geval de kans om nee te zeggen. Helaas blijven er toch altijd mensen die of niets vragen, of je antwoord niet afwachten. Echter als je hond dan een keer gromt, snauwt of bijt, worden jij en je hond beschuldigd van de situatie.
Wat kun je doen?
Wat kun je naast nee zeggen nog meer doen om te voorkomen dat het mis gaat?
- Je zou ervoor kunnen kiezen om je hond een muilkorf om te doen. Een muilkorf schrikt mensen toch vaak af en het voorkomt in ieder geval dat je hond schade aan kan richten. (Informeer jezelf van tevoren over de verschillen tussen muilkorven en neem de tijd om je hond te leren de muilkorf te dragen. Doe je dit niet, dan vergroot je de kans dat de hond alleen maar meer stress ervaart met de muilkorf om.)
- Een andere optie is om voor je hond een hesje te (laten) maken/ kopen met daarop een tekst zoals: “Ik bijt”, “Niet aaien”, “Hond in training” of “Doe geen moeite, ik hou alleen van mijn baas”. Ben vooral creatief in wat je erop zet, als het de boodschap maar overbrengt. Eventueel kun je er ook nog voor kiezen om zelf (ook) een hesje te dragen dat de boodschap uitdraagt.
- Natuurlijk zijn er ook opties om je hond te trainen om beter om te gaan met dit soort situaties. Bedenk daarbij wel dat een hond die echt niet van vreemden houdt, daar nooit echt gek op wordt. De training richt zich er in die gevallen op om de focus van de hond op zijn geleider te houden. Daarnaast leer je de hond de keus te maken voor ontwijken in plaats van reageren. (Meer weten over de trainingsmogelijkheden? Neem contact op!)
Als het gaat om kinderen en honden gaan wij altijd uit van het principe ‘we leren de hond omgaan met de kinderen en we leren de kinderen omgaan met de hond’. Dat houdt in dat je bij iedere situatie die je tegenkomt tussen kinderen en honden jezelf de volgende vragen stelt:
- Hoe wil ik dat deze situatie verloopt? (En in het geval van een pup; hoe wil ik dat deze situatie verloopt als de hond straks volwassen is? Zeker wanneer je voor een groter ras kiest is dit echt iets om bij stil te staan.)
- Wat moeten de kinderen daarvoor leren?
- Wat moet de hond daarvoor leren?
Verder is er natuurlijk veel afhankelijk van de individuele situatie. Wat voor hond heb je, hoe oud zijn de kinderen, wat zijn de huisregels enz. Toch zijn er een aantal voorwaarden waarvan wij vinden dat het de minimale basis is die je creëert om honden en kinderen veilig met elkaar samen te laten leven.
- Zorg dat de hond altijd een eigen plek heeft waar hij zich terug kan trekken wanneer hij rust wil. Leer de hond dat deze plek er is door hem daar ook te brengen of naartoe te sturen als je ziet dat hij rust nodig heeft. Een voorbeeld van zo’n geschikte plek is een bench of een hondenkussen. Leer de kinderen vervolgens ook dat dit echt de plek is van de hond. Leg ze uit dat als de hond op die plek ligt dat ze hem dan ook echt met rust moeten laten.
- Leer je kinderen en de hond hoe ze op een goede manier samen kunnen spelen. Dit houdt ook in dat je ze leert wanneer de hond niet mee mag spelen en met welk speelgoed er wel of niet (samen) gespeeld mag worden.
- Leer je kinderen het verschil tussen ‘honden eten’ en ‘mensen eten’. Waak er vervolgens ook voor dat ze geen ‘mensen eten’ aan de hond geven. Hoe jonger je kinderen zijn, hoe belangrijker dit is. (Sommige dingen zijn echt giftig voor honden!) Leer tegelijk aan je hond dat als hij iets krijgt (met name als hij het rechtstreeks uit de hand krijgt), dat hij dit rustig en voorzichtig aanpakt en dat hij dit pas doet op een bepaald signaal. Dit kan een commando, maar ook een gebaar zijn. Met betrekking tot het eten wat hij in zijn bak krijgt, is het belangrijk om de hond aan te leren dat hij zijn bak niet hoeft te beschermen. Vertel de kinderen dat wanneer de hond aan het eten is, dat zij dan van de bak met eten afblijven.
- Tot slot… Laat honden en kinderen en dan in het bijzonder jonge kinderen (jonger dan +/- 12 jaar), nooit alleen samen.
In veel opzichten is het vooral een persoonlijke keuze of je gaat voor een bench of niet.
Wij zelf adviseren het vaak wel om hem aan te leren bij pups en jonge honden. Jong geleerd is immers oud gedaan en je weet nooit wanneer het toch nog eens van pas komt. Bij oudere honden levert het vaak (dus niet altijd) meer stress op dan bij jonge honden. Het aanleerproces duurt daarom meestal ook langer en kost meer moeite. Wij maken dan de overweging of de voordelen, in die gevallen het aanleerproces waard zijn. Zeker wanneer een hond er al negatieve associaties mee heeft, kan dit een lang proces zijn.
Wanneer je (het verblijven in) de bench op een geduldige, positieve manier aanleert, zal de hond deze plek gaan zien als veilig en vertrouwd. Gebruik hem daarom ook nooit als straf. Natuurlijk is het ook belangrijk dat hij de juiste afmetingen heeft voor de hond. Er moet voldoende ruimte zijn voor de hond om te kunnen gaan liggen en om zich te kunnen keren. Kortom, het moet een gemakkelijke plek zijn, waar de hond zich prettig kan voelen.
Maar wat levert het op? Vaak hoor je over honden die ‘ondeugend’ of ongewenst gedrag vertonen wanneer ze alleen thuis zijn. Een bench voorkomt dat de hond hier de kans toe krijgt. Verder is het altijd handig om in bepaalde (toekomstige) situaties, de bench als optie achter de hand te hebben. Bijvoorbeeld voor wanneer je, je hond mee op vakantie wil nemen. Of juist wanneer je, je hond tijdens vakanties ergens anders onder wil brengen. Ook bij de dierenarts worden honden die voor observatie moeten blijven, meestal in een bench gestopt. Kortom, wanneer een hond de bench kent en als veilige plek ervaart, kun je er na verloop van tijd alsnog voor kiezen om hem achterwege te laten. Echter heb je hem in dat geval altijd nog als optie achter de hand, terwijl je dat niet hebt bij een hond die de bench niet kent.
Dit is eigenlijk een tweeledige vraag. Aan de ene kant zijn er namelijk vragen die je voor jezelf zult moeten beantwoorden, om duidelijk te krijgen welke hond het beste bij jou/ jullie past qua ras en karakter. Aan de andere kant zijn er ook een aantal zaken die belangrijk zijn om op te letten bij het daadwerkelijk uitkiezen van de hond.
Als het om het nemen van een hond gaat, vraag jezelf dan het volgende af:
- Hoe woon ik? (Heb ik genoeg ruimte; is mijn inrichting ‘hond-proof’; heb ik een tuin; is er voldoende uitlaatgelegenheid in de buurt?)
- Hoeveel tijd heb ik voor mijn hond? (Zit de hond veel alleen?)
- Zorg ik alleen voor de hond, of zijn er anderen waarmee ik de zorg voor de hond kan delen?
- Wat wil ik met de hond doen/ wat verwacht ik van de hond?
- Vind ik het vervelend als de hond veel haren en zand door mijn huis verspreid?
- Heb ik voldoende financiële middelen om de hond de zorg te geven die hij nodig heeft? (Eten, dierenartskosten, riem, mand/ kussen, veiligheidsmaatregelen voor in de auto, etc.)
De optelsom van de antwoorden op deze vragen geven je de informatie die je nodig hebt om te bepalen of het hebben van een hond op dit moment past binnen jouw situatie. Is het antwoord ja?… Zoek dan uit of het ras waar jij je oog op hebt laten vallen, past bij jouw situatie, wensen en verwachtingen van een hond.
Op het moment dat je weet waar je naar opzoek bent, kun je de daadwerkelijke zoektocht naar een hond gaan beginnen.
Een pup
Ga je voor een pup, let dan in ieder geval op de volgende zaken:
- Zijn de moederhond en eventueel ook de vaderhond aanwezig?
- Zijn de pups volledig nagekeken door de dierenarts, ingeënt, ontwormt en gechipt op het moment dat ze mee mogen?
- Zijn de pups ouder dan 7 weken op het moment dat ze mee mogen? (Vóór deze leeftijd mogen ze bij wet niet verkocht worden.)
- Zijn er misschien andere dieren of kinderen aanwezig waar de pups mee gesocialiseerd zijn?
- Zijn er spel en ontdekkingsmogelijkheden voor de pups aanwezig?
- Wat heeft de fokker zelf al allemaal gedaan om de ontwikkeling van de pups te stimuleren?
- Zijn de ouders van de pups gezond? (Hebben de pups geen risico op genetische afwijkingen, zoals HD?)
Zijn de omstandigheden waarin je de pup(s) aantreft niet naar behoren of heb je er geen goed gevoel bij?… Neem dan a.u.b. GÉÉN pup mee! Ook niet om de pup ‘te redden’. Zolang een fokker of hondenhandelaar die weinig of géén aandacht besteed aan het welzijn van zijn dieren toch geld verdient, zal hij niets veranderen aan zijn manier van werken.
Daarbij komt dat de puppyfase bij honden erg belangrijk is voor de start van hun ontwikkeling. Ze leggen in de eerste weken in het nest al een soort fundament voor de rest van hun leven. Daarom is het belangrijk dat zij in die periode een uitdagende, maar vooral veilige en stabiele omgeving hebben. Ontbreekt het daaraan, dan is de kans op gedragsproblemen als de pups opgroeien aanzienlijk groter.
Een volwassen hond
Kies je voor een herplaatser, een hond uit het asiel of uit het buitenland?
Bedenk dan vooraf goed dat veel van deze honden al een geschiedenis hebben en vaak zeker in de eerste periode extra tijd en aandacht nodig hebben. Laat je goed informeren over de achtergrond van de hond en neem dan een weloverwogen besluit of dit echt de hond voor jou/ jullie is en of je hem kan bieden wat hij/ zij nodig heeft. Het is absoluut niet onze bedoeling om je hiermee te ontmoedigen om een hond een tweede kans te geven, maar niemand heeft er iets aan als na een aantal weken of maanden blijkt dat de hond toch niet helemaal was wat je ervan had verwacht en terug moet naar het asiel. (Uiteindelijk geldt dit natuurlijk ook als je voor een pup gaat of zelfs voor ieder ander huisdier dat je onder je hoede neemt.)
Om te beginnen is het vooral belangrijk om je te beseffen dat je een levend wezen in huis haalt, met een compleet eigen karakter en eigen wil. Zelfs de beste voorbereiding voor de komst van een pup, kan niet voorkomen dat je af en toe misschien toch voor verrassingen zult komen te staan. Sommige dingen gebeuren gewoon en daar zal je mee om moeten gaan zoals ze komen.
Toch zijn er wat tips die kunnen helpen om de overgang voor jou en de pup wat soepeler te maken.
- Ga alvast een aantal keren kijken bij het nest. Op die manier leer je de pup al een klein beetje kennen. Andersom kan de pup alvast eens bij je komen snuffelen, zodat je geur al een beetje bekend wordt. Vraag eventueel of je een paar dagen vóór de ophaaldag een oude trui of handdoek met jouw geur mag achterlaten. De fokker kan die geur dan nog een paar keer aanbieden aan de pup.
- Ook kun je de fokker vragen om bijvoorbeeld een oude lap met de nestgeur met de pup mee te geven. Zo kan hij de eerste dagen bij jou nog steun vinden aan de vertrouwde geur van het nest.
- Een pup heeft nog veel rust en slaap nodig. Zorg er dus voor dat er een plekje in huis is waar hij zich terug kan trekken. Dit kan een bench of een hondenkussen zijn in de woonkamer. Soms is het echter beter om de pup een rustig plekje in bijvoorbeeld de (bij)keuken of een slaapkamer te geven. Zeker in een wat drukker huishouden, kan een plekje in de woonkamer voor sommige pups namelijk te druk zijn. Een andere ruimte biedt dan meer zekerheid dat de pup echt tot rust komt.
- Het klinkt misschien heel logisch, maar zorg ervoor dat je weet wanneer je pup moet eten, wat je pup eet, hoeveel hij moet slapen, wanneer hij zijn behoefte moet doen… Kortom zorg dat je weet wanneer je pup, wàt nodig heeft. De fokker kan je hier als het goed is veel over vertellen, dus maak daar gebruik van. Blijven er eventueel vragen over waar de fokker je niet mee kan helpen? Blijf er dan niet mee rondlopen, maar ga opzoek naar andere bronnen van (betrouwbare) informatie. (Neem bijvoorbeeld contact op met ons en stel je vragen.)
- Plan het moment van ophalen zo vroeg mogelijk op de dag. Dit geeft jou en de pup wat tijd om aan elkaar te wennen. In het geval van de pup biedt het ook de kans om aan de nieuwe omgeving te wennen. Daarnaast geeft het je ruimte om overdag al wat bench-training te doen, mits je kiest voor een bench. Ook als je niet voor een bench kiest, kun je vast oefenen met de pup naar zijn slaapplek brengen. Laat hem zien waar die plek is en wat je daar van hem verwacht. Het voorkomt dat jullie al binnen een paar uur nadat de pup opgehaald is, samen de nacht in moeten. Dat zou de kans op een eerste onrustige nacht alleen maar vergroten.
- Wij adviseren dringend om zeker de eerste weken veel energie te steken in het socialiseren en opvoeden van je pup. Met name het socialiseren is echt cruciaal in de puppytijd. Hoe meer je op een goede manier in deze dingen investeert, hoe groter de kans op een evenwichtige, stabiele hond. Houdt je agenda voor die eerste weken dus vrij en/ of neem indien nodig en mogelijk vakantie. Zo heb je rustig de tijd om een stevige basis te creëren voor jou en je pup.
- Heb je kinderen? Zorg dan dat je vóórdat de pup komt, met ze bespreekt wat de regels en afspraken zijn rond de pup. Leg eventueel uit waarom bepaalde dingen belangrijk zijn. Op deze manier betrek je de kinderen niet alleen (nog meer) bij de komst van de pup, maar door van tevoren afspraken te maken kun je nare ervaringen voor de pup voorblijven. Zo voorkom je dat hij al in een vroeg stadium angst opbouwt voor kinderen.
